Rekenen/wiskunde - Wiskundig inzicht en handelen - kerndoel 25


De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van rekenwiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen.

Toelichting en verantwoording

onderbouwen en beoordelen Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • aanpakken onderbouwen en oplossingen beoordelen bijvoorbeeld bij het werken met
    • groottes en aantallen
    • verbanden als evenveel, groter/kleiner
    • vormen en ruimtelijke relaties
  • voorstellingen en gedachten onder woorden brengen
  • kritisch luisteren naar elkaars uitleg
Inhoud voor: groep 3 en 4

als groep 1/2 +

  • onderbouwen en beoordelen van redeneringen over aantallen, getallen en bewerkingen daarmee
    (bijv. precies uitleggen hoe je verschillende bedragen met geld betaalt)
  • aanpakken verwoorden en controleren of berekeningen kloppen in het rekenen tot honderd
  • kritisch luisteren naar de manieren van rekenen van anderen
  • ontwikkelen van goed meetkundig taalgebruik
    (bijv. in oefeningen met blokkenbouwsels)
Inhoud voor: groep 5 en 6

als groep 3/4 +

  • onderbouwen en beoordelen van redeneringen op bijvoorbeeld de volgende gebieden:
    • aantallen, maten, tijd, en berekeningen daarmee in de context van het leven van alledag
    • de tientallige structuur van de getallen en de telrij
      (bijv. getallen hun plaats geven tussen andere getallen en daarbij te redeneren op basis van inzicht in deze structuur)
    • rekenstrategieën
      (bijv. in het schattend rekenen, hoofdrekenen en het kolomsgewijs rekenen, rekenwijzen onderbouwen op basis van eigenschappen en structuur van getallen en telrij)
    • tijd en tijdsduur: op basis van de klok, de kalender en tijdmeting
Inhoud voor: groep 7 en 8

als in groep 5/6 +

  • onderbouwen en beoordelen van redeneringen op bijvoorbeeld de volgende gebieden:
    • verbanden, zoals verhoudingen, samengestelde maten en deel-geheel-relaties
    • kommagetallen, breuken en verhoudingen, kennis maken met de formele kant van het rekenen
      (bijv. beredeneren waarom je als je deelt door 100 de komma twee plaatsen naar links mag zetten)
    • het maatschappelijk verkeer, redeneren over kopen, verkopen, winst en korting en redeneren over sparen, rente, en lenen
    • bij complexe maatschappelijke realiteiten:
      • situaties voorstellen en alert zijn op redeneerfouten
      • informatie uit de media, in reclame en in dagelijkse situaties kritisch wiskundig doordenken (bijv. aanbiedingen van mobieltjes)