Friese taal - mondeling onderwijs - kerndoel 18


De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken Fries. Het gaat om teksten die informatie geven, plezier verschaffen, meningen of aanwijzingen bevatten over voor hen bekende onderwerpen.

Toelichting en verantwoording

GEBRUIK - taalaanbod Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • taalaanbod is afkomstig van de leraren, van klasgenoten, van mensen buiten de school en van audiovisuele informatiebronnen zoals cd, cd-rom, (school)radio en -tv en internet
Inhoud voor: groep 3 en 4

als groep 1/2

Inhoud voor: groep 5 en 6

als groep 3/4

Inhoud voor: groep 7 en 8

als groep 5/6

GEBRUIK - monologen Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • eenvoudige, korte monologen, (interactief) voorgelezen teksten
  • dialogen
  • gesprekken in kleine groep en grote groep (met leraar)
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • korte monologen, (interactief) voorgelezen teksten
  • dialogen
  • gesprekken in kleine groep zonder leraar
  • (leer)gesprekken in kleine en grote groep met leraar
Inhoud voor: groep 5 en 6

als groep 3/4 +

  • langere monologen, (interactief) voorgelezen teksten
Inhoud voor: groep 7 en 8

als groep 5/6 +

  • complexere monologen waarbij lengte er niet toe doet (geldt voor gevorderden), (interactief) voorgelezen teksten
  • voor beginnende taalleerders van het Fries zijn de teksten minder lang en complex

GEBRUIK - teksten Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • verhalende en informatieve teksten
  • korte instructieve teksten komen ook voor, in de vorm van (gedrags)aanwijzingen bijvoorbeeld
  • informatieve teksten komen af en toe voor
Inhoud voor: groep 3 en 4

als groep 1/2 +

  • de instructieve teksten zijn vooral (gedrags)aanwijzingen en instructies (bij het leren lezen en rekenen bv.)
Inhoud voor: groep 5 en 6

als groep 3/4 +

  • vooral informatieve, verhalende en instructieve teksten
  • ook betogende teksten
Inhoud voor: groep 7 en 8

als groep 5/6 +

  • luisteren naar verhalende en instructieve teksten komt ook voor

GEBRUIK - luisteren Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • luisterdoelen hebben vooral betrekking op zich ontspannen/amuseren en erachter komen hoe iets te doen of te maken (geïnstrueerd worden)
  • zo nu en dan gaat het om het verwerven van informatie
Inhoud voor: groep 3 en 4

als groep 1/2

Inhoud voor: groep 5 en 6

als groep 3/4 +

  • zich op de hoogte stellen van mening(en) / zich een mening vormen en op overtuigd of overgehaald worden
Inhoud voor: groep 7 en 8

als groep 5/6

GEBRUIK - taaluitingen Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • de taaluitingen in de luisterteksten doen een beroep op het begrijpen van zowel eenvoudige als complexe cognitieve taalfuncties; ze zijn contextafhankelijk: hier en nu
Inhoud voor: groep 3 en 4

als groep 1/2 +

  • ze zijn redelijk contextafhankelijk: hier en nu, nabije omgeving en nabije toekomst/verleden
Inhoud voor: groep 5 en 6

als groep 3/4 +

  • ze zijn niet altijd contextafhankelijk: ze kunnen ook betrekking hebben op omgeving, verleden en toekomst die minder nabij is
Inhoud voor: groep 7 en 8

als groep 5/6 +

  • ze zijn niet contextafhankelijk: ze kunnen ook betrekking hebben op omgeving, verleden en toekomst die ver is

VORM Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • alle teksten hebben/krijgen veel visuele en auditieve ondersteuning (d.m.v. platen, voorwerpen, gebaren, mimiek, stemgebruik, intonatie)
Inhoud voor: groep 3 en 4

als groep 1/2 +

  • geldt voor de meeste teksten
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • bij abstracte onderwerpen visuele ondersteuning
  • voor gevorderden is auditieve en visuele ondersteuning vanuit de context niet meer altijd nodig, voor beginners wel
Inhoud voor: groep 7 en 8

als groep 5/6

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • de langere teksten hebben een eenvoudige structuur; ze zijn voornamelijk chronologisch opgebouwd en bevatten herhalingen
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • de langere teksten hebben zowel eenvoudige als complexe structuren, bijvoorbeeld chronologische en vraag-antwoordstructuren
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • de teksten hebben zowel eenvoudige als complexe structuren, bijvoorbeeld chronologische en vraag-antwoordstructuren, vergelijkings-, tegenstellings- en voorbeeldstructuren en oorzaak-gevolg- en middel-doelrelaties
Inhoud voor: groep 7 en 8

als groep 5/6 +

  • ook redengevende, voorwaardelijke en concessieve tekststructuren en probleem-oplossingsrelaties
Inhoud voor: groep 1 en 2
  • zinnen zijn kort en eenvoudig
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • zinnen zijn niet te lang, eenvoudig, meestal enkelvoudig
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • zinnen zijn langer; samengestelde zinnen komen ook voor
Inhoud voor: groep 7 en 8
  • voor gevorderde taalleerders van het Fries doet de zinslengte er niet toe; samengestelde zinnen komen vaak voor; voor beginners zijn de zinnen niet te lang

INHOUD Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • de onderwerpen van de teksten zijn dichtbij, ze gaan over het hier en nu, zijn contextgebonden en concreet, vooral rond concrete voorwerpen of handelingen; de afstand tussen onderwerp en luisteraar is klein
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • de onderwerpen van de teksten zijn dichtbij, ze gaan over het hier en nu of over nabije omgeving, nabije toekomst/verleden; de verschijnselen en concepten worden al wat complexer en abstracter; de afstand tussen onderwerp en luisteraar is klein
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • de onderwerpen worden minder contextgebonden; ze hebben ook betrekking op verleden en toekomst en op omgeving die minder nabij is; er komen steeds meer complexe en abstracte onderwerpen voor (bv. bij de zaakvakken of tijdens reflectiemomenten); de afstand tussen onderwerp en luisteraar wordt groter
Inhoud voor: groep 7 en 8
  • de onderwerpen zijn lang niet altijd contextgebonden; het gaat vaak om abstracte onderwerpen; de afstand tussen luisteraar en onderwerp breidt zich verder uit

AANPAK Van toepassing voor: groep 1 en 2; groep 3 en 4; groep 5 en 6; groep 7 en 8;

Inhoud voor: groep 1 en 2
  • onder aansturing van de leraar luisterstrategieën inzetten
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • met hulp van de leraar luisterstrategieën inzetten
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • onder aanmoediging van de leraar luisterstrategieën inzetten en eventueel met hulp
Inhoud voor: groep 7 en 8
  • zoveel mogelijk zelfstandig luisterstrategieën inzetten
Inhoud voor: groep 1 en 2
  • voorspellen is vooral op macro- en mesoniveau. Voorspellingen op microniveau zijn ook mogelijk in geval van bijvoorbeeld zinnen/uitspraken die steeds terugkeren in een verhaal
Inhoud voor: groep 3 en 4
  • voorspellen is vooral op macro- en mesoniveau. Op macroniveau gaat het om voorspellingen over de tekstsoort en het onderwerp. Op mesoniveau gaat het om het benutten van inzicht in tekststructuren bij het voorspellen, met name de chronologische volgorde. Voorspellingen op microniveau zijn ook mogelijk in geval van bijvoorbeeld zinnen, uitspraken die steeds terugkeren in een verhaal
Inhoud voor: groep 5 en 6
  • voorspellen is vooral op macro- en microniveau. Op mesoniveau gaat het vooral om het benutten van relaties in een tekst bij het voorspellen die vrij expliciet gemaakt worden (vraag-antwoord, tegenstelling, middel-doel, oorzaak-gevolg). Voorspellingen op microniveau zijn ook mogelijk, bijvoorbeeld wanneer kinderen onduidelijk uitgesproken woorden, woord- of zinsdelen zelf aanvullen
Inhoud voor: groep 7 en 8
  • voorspellen is vooral op meso- en microniveau. Bij voorspellen op mesoniveau gaat het om het benutten van inzicht in relaties in een tekst (redengevende, concessieve en voorwaardelijke structuren, probleem-oplossing) die al dan niet expliciet gemaakt worden. Voorspellingen op microniveau zijn ook mogelijk, bijvoorbeeld wanneer kinderen onduidelijk uitgesproken woorden, woord- of zinsdelen zelf aanvullen